vrijdag 5 april 2024

Dag 7: Bluff (UT) - Green River (UT)



Wat een heerlijk ontbijt kregen we vandaag! We hadden gereserveerd om 7u30 en werden onmiddellijk bediend. We kregen brood, verse yoghurt met granola en rode vruchten. jummie! Dan was er ook nog een warme paprika bij die opgevuld was met een gepocheerd ei. Ik zou zelf nooit op de combinatie komen, maar het was verrassend lekker.

Daarna zetten we koffie op de kamer om mee te nemen in de auto.

Om 8u30 waren we weer op pad. We hadden de planning nog wat voller gemaakt. Als Marie-Laure dit leest denkt ze waarschijnlijk nóg voller, hoe kan dat nu? Maar we zijn nu zo dicht bij Valley of the Gods, dat we er evengoed nog een keer door kunnen rijden.

Zo gezegd, zo gedaan. De gravelweg lag er op de meeste stukken goed bij, maar op sommige plaatsen was het toch weer manoeuvreren geblazen. We genoten van de weerom wondermooie uitzichten. De zon scheen, goede muziek op, wat moet een mens nog meer denk je dan wel eens.

We reden het park uit en volgden de Moki Dugway naar boven. Dat is een slingerende s bochten weg, volledig in gravel. Mijn maag was daar minder blij mee. Maar de weg schijnt een attractie op zich te zijn, dus dat kunnen we dan ook weer schrappen van ons lijstje.

Boven aangekomen veranderde de rijbaan gelukkig weer in asfalt. We vervolgden onze weg naar Natural Bridges National Monument.

We stopten bij het visitor center om onze pass te laten scannen. maar wat stond er een wind! We werden bijna weggeblazen. We reden de loop en stopten bij de viewpoints. Daar moest je telkens een korte wandeling maken naar het punt vanwaar je de boog kon zien. Ondertussen was het ook weer erg koud geworden. Dat kwam natuurlijk door de hevige wind. Ik moest mijn haar in een staart binden of kon niks zien. Haha. Er hing ook een soort smog, waarschijnlijk van al dat zand dat in de lucht hing. De bridges waren mooi, de ene kon je al beter zien dan de andere. Anders dan bij andere parken is dat je hier bovenaan rijdt en de bruggen liggen in de diepte. Geen rode rotsen hier, wel gele met allemaal afgeronde hoeken. Als je er beneden tussen wandelt is het zeker nog veel overweldigender.

Voorbij het laatste punt hebben we ons even op een parkingstrook gezet om een pistoletje met kaas te eten. We bleven veilig in de auto zitten. Geen enkele toerist te zien hier trouwens, dus als je rust wil, zeker dit park niet overslaan!

Nadien reden we richting Leprauchan Canyon. In anderhalf uur waren we daar. Het vergde weer wat zoekwerk  om de ingang te vinden. Vanaf de parking ging er een pad door zand en struiken, maar het was duidelijk waar je moest stappen. Na 20 minuten zagen we links een slot canyon. Maar die was afgesloten door een grote steen. We hadden gelezen dat je misschien een zetje nodig had. Ik kon er natuurlijk niet alleen over, maar met dat zetje lukte het me met veel moeite toch. De canyon bleek supersmal te zijn en niet diep. Was hem dit wel? In elk geval, konden we niet anders dan dezelfde kant er weer uit, dus weer het rotsblok over. Help zeg! Ik twijfelde nog om op mijn knieën er onderdoor te gaan, maar dat zou ook niet makkelijk zijn. Ik haalde al mijn toverkunsten boven en liet me langs de andere kant er afglijden. Mijn landing was wel wat hardhandig, maar ik had het toch gedaan. Hehehe. Waar was dan wel de ingang van die canyon? Rechts van de kleine canyon waar we dus verkeerdelijk ingelopen hadden, kon je enkel schuine rotsen op, dus hebben we dat maar gedaan. Je zag dat er sporen waren van mensen die het voor ons ook gedaan hadden. En inderdaad, daar verscheen de ingang! Heel breed en statig lag hij daar. We liepen erdoor en er was een wind, niet normaal. Je voelde de hele tijd het zand tegen je gezicht waaien en moest je bril ophouden en mond toe of je begon zand te eten.  Dat was ook weer een belevenis. De zon scheen wel mooie stralen naar beneden, dat gaf een speciaal effect. De terugweg was dezelfde als de heenweg, dus eerst weer de rots af, op de hurken, en dan konden we stappen. Wel leuk dat we hem bezocht hebben, het was de moeite.

Onze dag was nog niet ten einde, we reden naar onze laatste bestemming: Little Egypt. Onderweg reden we langs de meest prachtige rotsformaties, soms volledig rood, soms met witte strepen erin. Dit is zeker een van de mooiste wegen in de US. Na elke bocht kwam er weer een nieuwe verrassing tevoorschijn, echt uniek!

Een korte dirtroad leidde ons bij kleine hoodoos die vooral nog aan elkaar hangen. Ze zijn ook oranje ipv wit, maar sommige hebben witte strepen. Dat zijn eigenlijk de mooiste. Toen we uitstapten was het weer enorm aan het waaien en ik zag buien hangen. Het werd ook fris, dus terwijl Luc al vertrok, zocht ik eerst weer mijn muts en sjaal. Die had ik al weggestopt omdat we dachten dat het niet meer zo koud zou worden. Wel dus.

Toen ik net bij de hoodoos was, vielen de eerste druppels. We trokken snel nog wat foto's en keerden naar de auto terug. 

Nu konden we richting hotel vertrekken. De lucht was weer vol zand en je zag de rotsen in de verte voor ons gewoon niet meer. Echt aprilse grillen hier!

Bij het hotel hebben we eerst weer een aperitief genomen. Of nee, we kregen een dubbele queen kamer. Hadden we niet een king gereserveerd? Dus aan de receptie gaan vragen. Er was nog een king. Ik wou die eerst bekijken. Dus we kregen een sleutel mee. Maar in de kamer daarnaast hadden ze een hond mee die de hele tijd blafte. Nee, dan toch maar de 2 queen, Kunnen de koffers op het bed staan. Da's ook wel makkelijk.

Na onze crackers met humus gingen we eten in het enige restaurant hier dat ook iets vegetarisch aanbiedt. We kozen allebei voor de groenteburger met champignons en kaas erop en verse wedges.  Het smaakte ons erg goed.

Daarna moesten we de blog nog afwerken en douchen om al dat zand uit ons haar te krijgen.
Het was dan ook weer snel bedtijd, maar we hebben wel veel gezien vandaag.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten